Opvallend dat hij niet de namen van de aanzeggers noemt: in ieder geval was dat jarenlang zijn broer Thijs.
Naar
Hoofdstuk I De Zee
Hoofdstuk VIII Het Kerkelijk Leven
Hoofdstuk II Het Verkeer
Hoofdstuk IX Het Onderwijs
Hoofdstuk III De Arbeider
Hoofdstuk X Genees-, Heel- en Verloskunde
Hoofdstuk IV De Middenstand
Hoofdstuk XI De Veeartsenijkunde
Hoofdstuk V De Landbouwers
Hoofdstuk XII De Begrafenissen
Hoofdstuk VI De Waterschappen
Hoofdstuk XIII Vermaak en Ontspanning
Hoofdstuk VII De Gemeente
Hoofdstuk XIV Slotbeschouwing
Aanvulling