Aldo van Eyck

  1970    Later  

laatst bijgewerkt op 19 01 2015

 


Aldo op latere leeftijd


Aldo van Eyck, architect. Zoon van Pieter Nicolaas van Eyck . Geboren op 16 maart 1918 te Driebergen., overleden 13 januai 1999.

Hij kreeg zijn technische opleiding onder meer aan de ETS te Zürich.
Een belangrijk bouwwerk van hem is het Burgerweeshuis aan de Amstelveense weg te Amsterdam.
Hij had met J.B. Bakema en de architectengroep "De Acht" een belangrijk aandeel in de totstandkoming van het dorp Nagele (1955), een experiment op stedebouwkundig gebied.


Burgerweeshuis te Amsterdam

Het burgerweeshuis te Amsterdam.



Ontleend aan het architectenweb:

(http://www.architectenweb.nl/aweb/archipedia/archipedia.asp?ID=566)

Aldo van Eyck:
tachtig en nog altijd een rebel
:
door WIL KESTER.

Afgelopen maand werden Aldo en Hannie van Eyck tachtig jaar. Onder de noemer The Ball I Threw wordt in het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) een hommage aan het architecten-echtpaar gebracht. De expositie is vrijwel identiek aan de presentatie vorig jaar op de Documenta X in Kassel. Van Eycks oude en nieuwe werk geeft voeding aan de stelling: eens rebel, altijd rebel.
Hij kon het niet laten, feestvarken of niet. Tijdens de opening van de aan hem gewijde tentoonstelling haalde Aldo van Eyck in het NAi nog even genadeloos uit naar wat hij noemt de 'mafia van museumdirecteuren.' "Kaffers zijn het," spuwde hij zijn gal. "Kaffers, wanneer ze mij geen opdracht geven. Nu kan het nog."
Zo'n twee weken geleden, op 16 maart, werd hij tachtig jaar. Maar Aldo van Eyck is nog altijd een rebel. Zo voelt hij zich ook. De man die drie jaar geleden door zijn collega's werd aangemerkt als de beste architect van Nederland, neemt nog steeds geen blad voor de mond. De eigenzinnigheid van uitspraken loopt gelijk op met zijn ontwerpen. 'Maak van elk huis een kleine stad en van elke stad een groot huis,' het is Aldo van Eyck uit het hart gegrepen. Het voormalig Burgerweeshuis in Amsterdam, indertijd in de volksmond 'kafferdorp' genoemd, is zo'n ontwerp waarin alles samenkomt wat Aldo van Eyck tot zo'n

bijzonder architect maakt. Zijn in 1960 opgeleverde staat haaks op de uniforme rationaliteit, die in eerste naoorlogse decennium het Nederlandse architectonische landschap bepaalde. Geestloos. Van Eyck had daar niets mee op, net zo min als hij dat nu heeft met het postmodernisme. "Een geestloze episode, waarin de schandaligste gebouwen die de wereld ooit aanschouwde werden neergezet," verkettert hij deze periode. Van Eyck zocht - en zoekt - het louter in de humane kant van de architectuur. Een gebouw dient mensvriendelijk te zijn, de mens staat centraal. En het exterieur is alleen belangrijk in samenspraak met het interieur; het gebouw mag nooit monumentaal worden. Bij Van Eyck telt het innerlijk het zwaarst, met de nadruk op de verbeelding ervan. 'Je hoeft geen mensenvriend te zijn om mensvriendelijke architectuur te bepleiten,' betoogde hij vorige maand nog in een artikel in het architectenvakblad Archis. 'Een gebouw is geen supergroot consumptieartikel'. Behalve door de modernisten en surrealisten van het begin van deze eeuw heeft Van Eyck zich altijd laten inspireren door de cultuur van 'primitieve' volkeren.
Het voormalige Burgerweeshuis met zijn ruim tweehonderd kleine en acht grote koepels is daar een mooi voorbeeld van. Je waant je in een karavanserai. Een kleine stad, inderdaad. Een stad ook, die tien jaar geleden alleen dankzij een particulieer initiatief van sloop kon worden gered.  

 



Recent ontleend aan wikipedia:
(wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Aldo_van_Eyck)

Aldo Ernest van Eyck 

(Driebergen, 16 maart 1918  Loenen aan de Vecht, 13 januari 1999) [1] was eenNederlands architect.

Levensloop

Van Eyck werd geboren als zoon van de dichter Pieter Nicolaas van Eyck. Hij groeide op in Golders Green bijLonden en studeerde af aan de Eidgenössische Technische Hochschule van Zürich, waar hij zijn vrouw Hannie van Roojen leerde kennen die eveneens architect was.
In 1949 werd hij door Willem Sandberg gevraagd om de Cobra tentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam in te richten. Van Eyck had vanaf 1951 een architectenbureau. In 1952 ontwierp hij samen met Constant Nieuwenhuijs een ruimte voor de tentoonstelling ‘Mens en huis’ van 1952-1953 in het Stedelijk Museum Amsterdam. Van 1971 tot 1982 werkte hij daarin samen met Theo Bosch, en vanaf 1982 tot zijn overlijden samen met zijn vrouw onder de naam A. & H. van Eyck. Het bureau is daarna door Hannie van Eyck voortgezet, waarbij zij samenwerkte met Abel Blom, zoon van architect Piet Blom.
Daarnaast was Van Eyck van 1966 tot 1976 buitengewoon hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft en zat hij van 1959 tot 1963 in de redactie van het tijdschrift Forum, samen met zijn leerling Herman Hertzberger. In1953 was hij een van de oprichters van Team 10 en een van de eerste en meest invloedrijke vertegenwoordigers van het structuralisme.
Afrikaanse volksarchitectuur (kashba te Mali) was een van zijn belangrijkste inspiratiebronnen; sanatorium Zonnestraal vond hij zelf het mooiste gebouw; en Jan Duiker was volgens Van Eyck de beste architect van de wereld.
Basklarinettist Harry Sparnaay droeg in 1982 de compositie Bouwstenen voor basklarinet en tape aan hem op.
Hij ontving de Israëlische Wolfprijs voor architectuur 1996/1997, samen met de Duitse architect Frei Otto.
Aldo van Eyck overleed in 1999 op tachtigjarige leeftijd.

Belangrijkste werken


Algemene Rekenkamer

Algemene Rekenkamer in Den Haag

Voor meer informatie:
link naar Arthis

Meer biografische gegevens: link naar VPRO-Digitaal

Zijn werken: link naar VPRO-Digitaal

link naar het Duitse Archinform


hebt u nadere informatie? => alx-ixh-xanAPESTAARTJEklein-eyckenstein.nl